Op een receptie werd ik onlangs voorgesteld aan een bejaarde aannemer. Hij was zo oud dat ik zijn naam niet verstond. Wat ik wel kon verstaan was zijn beroep, want hij introduceerde zichzelf als monsieur xxxxx 'entrepreneur'. Hij sprak het langszaam en gedistingeerd uit, op z'n Frans, 'on-der-ne-mer'. Alsof ik daarvan onder de indruk raakte. Niet dus.
Sinds gisteren hebben wij ook een entrepreneur in huis. Onze zoon is toegetreden tot de directie van Auringo Eyewear. Dat is een bedrijfje van een stelletje would-be ondernemers, die op de eerste aandeelhoudersvergadering strak in het pak hun plannen uit de doeken deden. In werkelijkheid gaat het om een project van de eindexamenklas Economie-Talen, maar de mini-onderneming heeft uiteindelijk wel de allure van een serieus bedrijfje.
Auringo Eyewear doet in zonnebrillen en binnenkort ook nog in mutsen en sjaals. De zonnebrillen komen uit een failliete boedel. 'Wat heb je nou toch op de kop getikt?', vroeg zijn moeder annex aandeelhouder verontwaardigd. 'Dat zijn marskramersbrillen, die raak je aan de straatstenen niet kwijt! Ja, misschien op de boulevard van Allicante, vijf jaar geleden, tussen al die Afrikaanse en Roemeense illegalen.' De entrepreneur vond dat natuurlijk geen leuke opmerking, overtuigd als hij is een topproduct in huis te hebben, dat weldra de markt zal veroveren. Als startende ondernemer was hij er meteen in gevlogen, zonder zijn directieleden te raadplegen. Hij had een website gebouwd, een domeinnaam gekocht en daarmee zonder ruggespraak al meteen een deel van het budget uitgegeven.
Maar zo gaat dat in de echte wereld ook, je moet risico's nemen als entrepreneur. Want wie weet, vind je ergens in dat grote oerwoud toch weer dat gat in de markt.